Column – #NotMe

Van taal naar tekst

Column – #NotMe

Het zou eigenlijk niet mogen, maar ik word inmiddels enigszins cynisch van #MeToo. De verhalen stapelen zich in hoog tempo op, maar de kern van het probleem wordt nauwelijks benoemd. De discussie gaat over seksueel machtsmisbruik. Misbruik door (voornamelijk) heren met status, die carrières kunnen maken of breken, of er tenminste een voorname rol in kunnen spelen. Natuurlijk is ieder voorkomen hiervan verwerpelijk en op generlei wijze goed te praten. Echter, ondanks dat ze het wellicht wat onsympathiek verwoordde aan tafel bij Pauw  – “hoe vervelend ik het allemaal ook vind, maar…” – ik was het roerend eens met tv-recensent Angela de Jong. Je hebt altijd een keuze, dat was haar boodschap. Ja, voor je carrière kan het gevolgen hebben wanneer je een docent op de toneelacademie afwimpelt, maar je bent niet verplicht om je door hem te laten misbruiken. Bovendien sta je een stuk sterker wanneer je je ervaring meteen openbaart en niet – zoals onder anderen Jelle Brandt Corstius – vele jaren later. Het veelgehoorde argument “ik wil voorkomen dat er nog meer slachtoffers vallen” valt dan immers volledig in het water.

Waarom dan nu ineens de stortvloed aan openbaringen? Het gaat te ver om te zeggen dat al deze slachtoffers – want ervan uitgaande dat zij de waarheid spreken, zijn ze natuurlijk slachtoffers, laten we dat niet vergeten – er zo graag bij willen horen, maar in zekere zin is dit wel het geval. Als individu is vrijwel niemand sterk genoeg om de omerta te doorbreken, maar gesteund door een grote hoeveelheid lotgenoten, durft men dit wél. Anders gezegd klappen mensen pas uit de school in een periode waarin dit als gebruikelijk beschouwd wordt, waarin je niet afwijkt van de norm. En dát is het overkoepelende maatschappelijke probleem, als je het mij vraagt.

Hetzelfde gevoel bekroop me namelijk toen ik deze week voor de zoveelste keer moest lezen over de uitspattingen van de Groningse studentenvereniging Vindicat. Door de jaren heen viel het aantal schandelijke voorbeelden van totaal uit de hand gelopen ontgroeningen niet bij te houden. Zo stond afgelopen donderdag een corpslid voor de rechter wegens het toebrengen van hersenletsel aan een toenmalig aspirant-lid, door op zijn slaap te gaan staan terwijl de feut met zijn gezicht op de grond lag. Bovendien kwam naar buiten dat Groningse psychologen met enige regelmaat (oud-)leden van Vindicat in de spreekkamer hebben. Dat misstanden tijdens ontgroeningen niet alleen in Groningen voorkomen, is overbodig te vermelden.

Nog veel meer dan voor de #MeToo-discussie geldt hier dat men er zo graag bij wil horen. Het kan niet anders dan dat eenieder die zich aanmeldt bij een studentenvereniging weet heeft van de bekende, weerzinwekkende toestanden die vaak met ontgroeningen gepaard gaan (vanzelfsprekend zijn er studentenverenigingen die hiervan uitgezonderd zijn). Toch weerhoudt hen dit er niet van om zich aan te melden. Vanaf dan ben je immers ‘one of the guys’ (of girls), mag je in hetzelfde apenpakje rondlopen en ben je welkom op de oh zo gezellige borrels.

Zelf was ik negentien toen ik het Overijsselse platteland verruilde voor ‘de grote stad’. Ik ging studeren in Amsterdam, vond er een kamer en één ding stond vast: nooit zou ik lid worden van zo’n semi-intellectuelenclubje, met hun verplichte borreltjes. ‘Verplicht’, brrr, alleen het woord al. Overigens togen vrijwel al mijn vwo-klasgenootjes naar Groningen, hetgeen voor mij al een reden was dit niet te doen. Zo keer ik me mijn hele leven al tegen vrijwel alles wat ‘normaal’ is, wat ‘iedereen’ vindt, wil of moet. Vaak omdat ik de dingen daadwerkelijk anders zie, soms puur om te provoceren – dat moet ik toegeven. Ik kan geen enkel nummer van Katy Perry, Nicky Minaj of welke andere populaire hedendaagse artiest opnoemen, maar geniet van blues en rock uit de 80’s. Ik ben al jaren niet in een bioscoop geweest, heb geen Netflix, maar kan oprecht genieten van een goede talkshow, lineair op tv bekeken, niet op Uitzending Gemist. Ik heb een kostelijk weekend wanneer Max Verstappen weer eens uitgevallen is, terwijl zijn teamgenoot in exact dezelfde auto op het podium eindigt, maar het volgens Max toch echt allemaal aan de auto gelegen heeft. Opvallend trouwens hoeveel zogenaamde Formule 1-liefhebbers Nederland ineens blijkt te hebben. Tot drie jaar geleden hoorde ik ze nooit.

Wat zouden we ons allemaal stukken comfortabeler voelen wanneer we ons niet altijd maar druk zouden maken om de vraag of we ‘er wel bij horen’, om wat jan en alleman van ons vindt, of het wel ‘kan’ wat we doen. De meesten zullen het niet kunnen, blijven voor altijd in de greep van de norm. #NotMe.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *