Column – Soldaat onder vuur van de media

Van taal naar tekst

Column – Soldaat onder vuur van de media

Stelt u zich eens voor: op een dag hoort u een drenkeling roepen om hulp. U rent op het geluid af en in het water onderscheidt u een op het oog oudere man, die moeite heeft het hoofd boven water te houden. Zonder na te denken springt u erin. De spartelende man is inmiddels kopje onder gegaan, maar u weet waar hij zich moet bevinden. De adrenaline giert door uw lichaam en u duikt de man achterna. Op de tast grijpt u hem bij zijn arm en met moeite trekt u de man op het land. Een kennelijk zojuist gearriveerde omstandster heeft inmiddels 112 gebeld en binnen korte tijd arriveert een ziekenwagen, die de man meeneemt. Hij heeft water in zijn longen, maar zal het overleven, zo weet de ambulancebroeder u te verzekeren. Veel langer had het echter niet moeten duren. U heeft zijn leven gered.

Thuis vertelt u – nog vol adrenaline – aan uw partner wat er is gebeurd. U zag een man in het water, sprong erin, hielp hem aan land en belde meteen de ambulance, die gauw arriveerde. Maar wacht eens even: het was toch de vrouw die kwam aanlopen die de hulpdienst alarmeerde? Ach, het maakt het verhaal wel af wanneer u het ook nog eens was die belde. Vanzelfsprekend kan uw partner amper beseffen wat hij of zij zojuist heeft gehoord. Zo trots als een pauw is hij/zij op u.

De volgende dag komt uw partner thuis van het werk. Wat hem/haar nu toch ter ore gekomen is! Een collega was er gisteren getuige van dat een drenkeling uit het water gered werd. Zij kwam net aanlopen toen het slachtoffer naar de kant geholpen werd. Vanzelfsprekend had zij meteen het alarmnummer gebeld, om een ambulance te laten oproepen. Hoe had u dit nou kunnen doen, vraagt uw partner zich af. U had hem/haar wijsgemaakt dat ú 112 had gebeld. U had uw partner voorgelogen, een schande. Over het feit dat u de drenkeling in veiligheid had gebracht, werd niet meer gesproken. Hoe zou u zich voelen?

Waarschijnlijk heeft majoor Marco Kroon wel een vermoeden. Hij werd in 2009 geslagen tot Ridder der Militaire Willems-Orde 4e Klasse, een onderscheiding die sinds 1955 niemand meer had gekregen. Kroon werd geridderd uit dank voor zijn uiterst heldhaftige optreden tijdens een verkenningsmisie in Uruzgan, in 2006. Tijdens deze missie leed Kroons peloton geen personele verliezen, terwijl er onder de Talibanstrijders – met wie Kroon en de zijnen per toeval in conflict kwamen – wel slachtoffers vielen. Volgens toenmalig koningin Beatrix kreeg hij zijn decoratie “niet niet voor één enkele actie, maar voor zijn optreden als leider, als militair en als mens tijdens de hele missie”.

Momenteel ligt Marco Kroon echter figuurlijk onder vuur, nu er de nodige vraagtekens te plaatsen (b)lijken te zijn bij het ontvoeringsverhaal, dat hij in januari uit de doeken deed. Uit onderzoek van de Volkskrant blijkt dat Defensie geen bewijs heeft gevonden voor een geweldsincident dat zich in 2007 zou hebben afgespeeld en evenmin dat Kroon destijds enige tijd verdwenen zou zijn geweest. Volgens Kroons advocaat Gerard Knoops zijn er echter wel degelijk documenten die de lezing van zijn cliënt bevestigen. Daar er sprake is van staatsgeheime informatie en de bronnen van de Volkskrant hierdoor anonimiteit verzekerd is, blijft het voor de buitenwereld gissen welke versie van het verhaal (of wellicht een combinatie ervan) nu de waarheid is. De vraag is alleen: in hoeverre is dit heel relevant?

“Het land waarin heldenverering ongepast is”

Wat vaststaat is dat Kroon een militair is die meerdere keren is uitgezonden naar oorlogsgebieden als Irak en Afghanistan. Aangenomen mag worden dat hij hier dingen heeft gezien en meegemaakt die op zijn minst als schokkend en wellicht ook als traumatiserend beschouwd dienen te worden. Voor zijn manmoedige optreden in 2006 heeft hij de hoogst mogelijke militaire onderscheiding gekregen. Dat dit verdiend is, mag worden geconcludeerd uit het feit dat er tweeënhalf jaar intensief onderzoek aan voorafging. Mocht het verhaal over zijn ontvoering en het doden van zijn gijzelnemer verzonnen zijn – waar mogelijk nooit duidelijkheid over zal komen – dan doet dit aan bovengenoemde niets af.

Dankzij de berichtenstroom van de laatste maanden, die langzaamaan het karakter van een hetze begint aan te nemen, ontstaat echter de kans dat Marco Kroon de geschiedenisboeken in zal gaan als leugenaar of fantast en niet als buitengewoon dappere en kundige krijgsman. En hoe pijnlijk dit ook is, het is kenmerkend voor Nederland. Het land waar helden van hun sokkel worden gestoten, als ze al de kans krijgen er überhaupt op geplaatst te worden. Het land waarin tunnels en straten van naam moeten veranderen omdat deze doen herinneren aan ons koloniale verleden. Het land waarin het eeuwen moet duren voordat een stadion naar ’s lands beste voetballer aller tijden vernoemd wordt. Het land waarin de grootste volkszanger die we gekend hebben vooral herinnerd wordt als notoire dronkenlap. Kortom: het land waarin heldenverering haast als ongepast beschouwd wordt.

Waar een klein land klein in kan zijn.